Het hooikoortsseizoen is begonnen. Dat kondigt het Instituut voor gezondheid Sciensano aan door de regelmatige aanwezigheid van graspollen in de lucht. In deze periode kunnen personen met een allergie voor grassenstuifmeelkorrels symptomen ontwikkelen. Afhankelijk van de weersomstandigheden kunnen de concentraties de komende weken stijgen.
Grassen en hooikoorts
De grassenfamilie bestaat uit meer dan 100 soorten, waaronder voedergewassen (wilde planten die in grasvelden en langs de randen van paden voorkomen) en graansoorten.
Hun stuifmeel is de belangrijkste oorzaak van wat in de volksmond 'hooikoorts' wordt genoemd in ons land en treft minstens 1 op de 6 Belgen. Dat stuifmeel wordt over het algemeen in de lucht verspreid van mei tot augustus en vormt een zeer lang stuifmeelseizoen van bijna 4 maanden.
Dat komt door het groot aantal verschillende soorten grassen met opeenvolgende bloeiperiodes.
„Dit jaar hebben we eind april al kleine hoeveelheden graspollen in de lucht gemeten. Het is gekend dat aan het begin van het seizoen weinig korrels volstaan om klachten van een allergie te veroorzaken bij zeer gevoelige personen", legt Ann Packeu uit, wetenschappelijk medewerkster van het nationale stuifmeelmeetnet AirAllergy van Sciensano.
„We gaan momenteel de meest kritieke periode in voor de meeste mensen die aan hooikoorts lijden. Deze periode duurt meestal van half mei tot half juli", vervolgt ze.
De klinische symptomen van hooikoorts zijn zeer uiteenlopend: prikkelende, jeukende, tranende en rode ogen, niesbuien, verstopte neus, verstopte sinussen, lopende neus, verlies van smaak- en reukzin, jeuk achterin de mond of in de keel.
Veranderingen in stuifmeelconcentraties zijn grotendeels afhankelijk van de weersomstandigheden. Warm, droog en winderig weer bevordert de verspreiding van het stuifmeel in de lucht, terwijl neerslag het stuifmeel tijdelijk doet neerslaan.
„Tijdelijk, want in deze periode heeft het stuifmeel de neiging om zich snel opnieuw te verspreiden in de lucht waardoor er een verhoogd risico op allergieën ontstaat na een regenbui", legt Ann Packeu uit.
Wanneer weet je of je last hebt van een allergie?
Er is geen incubatietijd voor allergieën. Ze verschijnen van zodra het lichaam wordt blootgesteld aan bepaalde hoeveelheden allergenen.
Een allergie veroorzaakt geen koorts of spierpijn. Je kunt wel last hebben van een loopneus, hoest, ademhalingsproblemen en vermoeidheid.
Allergiesymptomen komen voor wanneer je wordt blootgesteld aan allergenen. Het hooikoortsseizoen duurt gemiddeld 3 tot 4 maanden. In geval van griep of een verkoudheid zijn de symptomen van kortere duur.
Wat doen in geval van symptomen en hoe de ongemakken beperken?
In deze periode moeten allergische patiënten hun basisbehandeling volgen zoals aanbevolen door hun allergoloog. Astmapatiënten mogen hun behandeling zeker niet onderbreken om het risico om luchtweginfecties niet te verhogen.
We raden aan om de laatste richtlijnen van de overheid voor Covid-19 te blijven volgen(externe link).
Verder raden we het volgende aan:
Volg de richtlijnen en de aanbevolen behandeling van uw arts
Reinig uw neus met fysiologisch water
Draag een (zonne-)bril om contactreacties te vermijden
Neem een douche en was uw haren regelmatig
Gebruik papieren zakdoeken en werp deze systematisch weg na elk gebruik
Droog de was niet buiten
Houd de ramen dicht bij verplaatsingen met de wagen
Vermijd het toevoegen van irriterende of allergene factoren aan uw omgeving (tabak, huisgeuren, kaarsen, wierook, schoonmaakmiddelen of doe-het-zelfproducten, enz.)
Raadpleeg regelmatig de website www.airallergy.be, de mobiele applicatie AirAllergy en het Twitter account @AirAllergy om op de hoogte te blijven van de evolutie van het hooikoortsseizoen in België
Airallergy, het enige officiële surveillancenetwerk voor stuifmeel in België
Het Belgische meetnet van pollen en schimmelsporen wordt gecoördineerd door de dienst Mycologie en aerobiologie van Sciensano. Door het dagelijks verstrekken van betrouwbare informatie over de aanwezigheid van allergenen in de lucht ondersteunt dit netwerk artsen, specialisten en de bevolking om allergieën te behandelen door het aangeven van de risicoperiodes.